De hulpvraag van onze inwoner is het uitgangspunt. De ondersteuning sluit zoveel mogelijk aan bij diens identiteit en levenswijze en kent verschillende vormen. Zo kan er een hulpmiddel worden verstrekt dat bijdraagt aan de zelfstandigheid,  individuele begeleiding gericht op herstel of bestendiging, algemene voorzieningen gericht op ontmoeten en structuur. Vaak gaat het om een combinatie van verschillende voorzieningen. We zorgen ervoor dat inwoners zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving kunnen blijven. We willen wonen en zorg dichter bij elkaar brengen door zorgpartijen en woningcorporaties te vragen samen met de gemeente een meerjarenvisie te ontwikkelen om in de toekomst voldoende zorgwoningen te hebben (zie ook programma 9).

Als het niet lukt om veilig thuis te wonen zorgen we voor maatschappelijke opvang en beschermde woonplekken.

Onze dienstverlening is integraal en gaat uit van de behoeften en wensen van onze kwetsbare inwoners, zodanig dat deze meer regie krijgen op hun eigen leven.  We realiseren ons dat de uitgangspunten van de Wmo zoals autonomie, zelfredzaamheid en eigen kracht  niet alleen wenselijk zijn, maar ook kunnen leiden tot overvragen. We ontwikkelen een kwaliteitssysteem waarin naast regels over veiligheid en privacy aandacht is voor aspecten van goede zorg.

We werken meer wijkgericht en brengen onze dienstverlening integraal samen in de wijken. In de Centra voor Maatschappelijke Ondersteuning (CMO’s) werken verschillende zorg en welzijnspartijen samen: we organiseren het werk in een netwerksamenwerking. Een gezamenlijke huisvesting draagt optimaal bij aan verbetering van de samenwerking in de keten. Wmo-consulenten, schuldhulpverleners, activeringscoaches en kwaliteitscoaches werken samen met het hulpverleningsnetwerk aan oplossingen voor inwoners. Dit betreft vaak intensieve trajecten, waarvoor wij onze dienstverlening blijvend moeten uitbreiden. We bereiken hiermee dat het CMO mensen helpt om problemen te voorkomen, om lichte ondersteuning op tijd op te schalen als dat nodig is en zwaardere ondersteuning af te schalen wanneer dit kan. Kortom, investeren in het CMO moet zichzelf dubbel en dwars terugverdienen.

Naast de samenwerking op locatie werken we de ontwikkelagenda van het koersdocument CMO uit en werken we aan een passende, gezamenlijke huisvesting van het CMO en het Centrum voor Jeugd Gezondheid (CJG) in elk van de vier stadsdelen:

a. Noordoost: voormalige Coda bibliotheek aan de Zilverschoon 4

b. Noordwest: Centrum: nieuwbouw Julianakwartier

c. Zuidoost: De Stolp

d. Zuidwest: dok Zuid

De vier locaties in de vier stadsdelen moeten geschikt gemaakt worden voor gezamenlijke huisvesting van het CJG en het CMO. Wij stellen u voor om voor de verbouwing en de (ICT-)inrichting van de locaties een krediet beschikbaar te stellen van € 1.585.000.

Met deze gezamenlijke locaties ontstaat voor de inwoner een herkenbaar punt in de nabijheid waar zij met al hun vragen op het gebied van welzijn, opvoeding en ondersteuning terecht kunnen.

De exploitatielasten van de vier locaties bedragen in 2019 € 680.000 en structureel vanaf 2020 € 860.000 en bestaan uit:

• kapitaallasten (vanaf 2020) € 180.000
• Onderhoud € 30.000
• huur en servicekosten € 460.000
• facilitaire ondersteuning, ICT en overige bedrijfsvoering € 190.000.

Daarnaast zijn er in 2019 eenmalige kosten van verhuizing en inrichting ad € 200.000.

Het CJG draagt voor € 300.000 bij in de locatiekosten.

Vanwege toe toegenomen vraag en de kwetsbaarheid van de bemensing hebben wij, in het kader van de Investeringsagenda 2017/2018, het Meldpunt Sociaal tijdelijk uitgebreid. Hierbij maakten we organisatorisch een splitsing tussen het oplossen van casuïstiek en een interne vertaling van de ‘lessen’ daaruit. Het structureel maken van deze uitbreiding is broodnodig.  Dit is succesvol en moet daarom structureel worden gemaakt. Het zijn ook de randvoorwaarden voor kwaliteit van zorg en de slag naar het werken in de stadsdelen. We onderzoeken of het Meldpunt Sociaal een bredere rol kan krijgen, door bijvoorbeeld ook zelf casuïstiek over te nemen.

De kern is dat wij verder bouwen aan een inclusieve samenleving waarin iedereen er toe doe en de ondersteuning aansluit bij de identiteit en de behoefte van de hulpvrager.

Het structureel invullen van een meldpunt sociaal kost jaarlijks € 60.000.

Vanuit de Investeringsagenda 2017 en 2018 voegden wij twee kwaliteitscoaches toe aan de twee die er al waren: elk Sociaal Wijkteam heeft nu een kwaliteitscoach. Zij helpen vanuit de vier Centra voor Maatschappelijke Ondersteuning (CMO's) bij het oplossen van zware casuïstiek en borgen een uniforme benaderingswijze. Wij stellen voor de dienstverlening op het huidige niveau te continueren en structureel extra middelen daarvoor beschikbaar te stellen.

Gelet op onze financiële mogelijkheden hebben wij er voor gekozen de inzet van kwaliteitscoaches en de activeringscoaches (programma 6) in het CMO gedurende de eerste twee jaar te beperken. Hierdoor zijn we gedwongen keuzes te maken in de inwoners die we kunnen helpen. Dit  betekent in 2019 en 2020 een lagere kwaliteit aan dienstverlening dan op dit moment wordt geboden.

De inzet van kwaliteitscoaches kost structureel € 285.000. Gelet op het financieel perspectief verlagen we dat budget in 2019 en 2020 met € 71.000. In 2019 en 2020 kunnen wij met deze extra middelen 375 inwoners en vanaf 2021 500 inwoners activeren en helpen met duurzame oplossingen.

Bij de onderhandelingen over het IBP heeft de VNG verschillende onderwerpen ingebracht, die van de gemeenten budget vragen. Het kabinet was niet bereid daar extra geld voor beschikbaar te stellen, onder verwijzing naar de forse groei van het Gemeentefonds.

Wij voorzien dat de invoering van vaste, lage abonnementstarief een aanzuigende werking zal hebben en de vraag naar Wmo voorzieningen zal toenemen. De gemeente wordt wel gecompenseerd voor het effect op de lagere opbrengst eigen bijdrage, maar niet voor het effect op de toename van de vraag. Met deze post houden wij rekening met hogere kosten van de lokale Wmo voorzieningen.

In 2019 voorzien wij € 600.000 aan extra uitgaven en dat loopt op naar € 1.200.000 structureel vanaf 2021.