We willen de inwoners de ruimte geven om mee te denken en mee te praten. Op een zo laag mogelijk niveau en met zo min mogelijk drempels. We gaan meer in gesprek met mensen in straten en buurten om ideeën van inwoners te leren kennen en hen te betrekken bij de te maken keuzes. Dit draagt tevens bij aan de ambities van het Programma Comfortabele Gezinsstad. We streven ernaar dat de betrokken inwoners ons waarderen voor deze manier van samenwerken. Dat gaan we zeker doen bij de aanpak van de verouderde stadswijken.

De inrichting van de openbare ruimte moet duurzaam, klimaatbestendig en goed te beheren zijn, met andere woorden de openbare ruimte moet weer 30-40 jaar mee kunnen. We kijken breder dan de wensen op fysiek gebied, ook sociale aspecten en veiligheid spelen een rol. De inrichting van de privé/overige grondeigendommen moet zoveel mogelijk aansluiten bij de uitstraling van de nieuwe openbare ruimte. Deze genoemde doelen zullen met behulp van een waarde monitor “voor en na” gemeten worden.

Voorsorteren op revitalisering vanaf 2021

In 2018 en 2019 draaien drie pilots voor revitalisering in oudere wijken, Schoutenveld/Rakkersveld en Dreven Noord (beide in De Maten) en de Staatsliedenbuurt (in Zuid). Na evaluatie van de pilots wordt de aanpak vanaf 2021 opgeschaald naar de aanpak van 6 à 7 gebieden per jaar. Om dit waar te kunnen maken wordt nu reeds nagedacht over de vervolgaanpak. Dat is nodig, want revitaliseringsprojecten, zo ervaren wij met de pilots, vragen een uitgebreide voorbereiding in programmering, afstemming met betrokken partijen en de technische werkvoorbereiding. Dat betekent dat eind 2019, begin 2020 duidelijk moet zijn welke gebieden aan bod komen in 2021.

Daarnaast dienen zich nu al kansen aan voor het verbinden van de openbare ruimte-aanpak aan geplande projecten en ontwikkelingen waarvan het uitvoeringsmoment rond 2021 ligt. Een concreet voorbeeld is de voorgenomen sloop/nieuwbouw aan de Dovenetel door De Woonmensen. Het ligt voor de hand om bij het maken van een herinrichtingsplan voor de openbare ruimte ook het aansluitende gebied mee te nemen. Formeel kan er nog niet op deze kansen voorgesorteerd worden. Redenerend vanuit de bedoelingen van de revitalisering, de openbare ruimte-aanpak zoveel mogelijk verbinden met andere kansen en ambities, zou het echter jammer zijn als we die moeten laten schieten omdat het tijdsmatig nog niet past.  

Uit het voorgaande mag duidelijk zijn dat het niet alleen gewenst maar zelfs nodig is om in de programmering en voorbereiding voor te sorteren op 2021. Daarom wordt voorgesteld om een deel van de voor 2021 gereserveerde investeringsmiddelen eerder in te zetten. Wij denken aan een bedrag van ca € 150.000 voor 2019 en € 450.000 voor 2020. De gebieden die hiervoor in aanmerking komen worden getoetst aan de criteria zoals verwoord in de vastgestelde notitie “Vitale openbare ruimte in toekomstbestendige wijken”. Ook bewaken wij dat de in voorbereiding te nemen projecten binnen het beschikbare investeringsvolume passen.